De herinnering is gelukkig niet rijp om op te vouwen en een deel te laten worden van al die sweet memory’s van iets dat ooit was.
Een afwijking noemen ze het hier thuis: het feit dat ik herinneringen koppel aan het kledingstuk dat ik op dat moment droeg. Van mij mag het. Niemand die er onder lijdt…
Al jaren zeul ik een AH-boodschappentas achter me aan. Je kent ze wel: zo eentje met een rits die een dakloze niet zou misstaan. Nou ben ik natuurlijk niet dakloos maar dit is wel mijn manier om herinneringen met me mee te slepen. Volgens mijn kinderen trouwens beláchelijke herinneringen: alles is van textiel, de meeste dingen zijn kapot of inmiddels (au! veel) te klein. Ze vergeten één ding: ieder kledingstuk staat voor een belevenis, een nieuwe start, een avontuur of een ontdekking. En het zo af en toe door deze tas rommelen houdt al deze mooie verhalen en de mensen die daar onlosmakelijk mee verbonden zijn, levend.
Het is begonnen in een periode waarin ik belachelijk en heerlijk veel afviel. Van maat bijna-48 ging ik in een mum van tijd naar maatje 36. Dat mijn gebit en mijn haarbos hier flink wat schade door hebben opgelopen vond ik toen niet zo’n punt: het was geweldig, zo’n nieuw lijf, nieuwe kleding én totaal anders bejegend te worden door mensen. Mocht je denken dat het een dikkertjes-vooroordeel is dat mensen je in een eerste contact op je omvang beoordelen: het is helaas waar.
Maar, na die afvalrace ben ik dus begonnen met het verzamelen van textiel. Mijn textiel. Sokken, ondergoed, broeken, rokken, blouses en shirts. Elk stuk staat voor een herinnering: mijn eerste broek maatje 36, een lingerie setje, het mantelpak van een merk waarvoor ik echt heb moeten sparen. Die vreselijke streepjes-mannen-pyjama waarvan een collega en ik ieder een exemplaar hebben aangeschaft voor een bedrijfsuitje; tijdens deze reis heb ik, zittend op de gang van een boot, ín die pyjama één van de belangrijkste beslissingen in mijn leven genomen. De collega werd daarna een vriendin en is belangrijk geweest bij de start van mijn nieuwe leven. Of neem nou dat knal roze t shirt, gedragen tijdens een estafetteloop met de toenmalige minister Rouvoet, en het shirt voor de stagiaires die het eerste congres waarvoor ik als directeur verantwoordelijk was, tot een succes hebben gemaakt. En het laatste t shirt wat aan de collectie is toegevoegd: met de opdruk ‘bootcamp2014’. Elke keer als ik mijn sentimental journey door deze tas maak, bekruipt me een gevoel dat de tijd zo snel gaat. De kilo’s erbij trouwens ook.
Eén rokje en shirtje heb ik niet in die tas gedaan; de kleding die ik aanhad bij de eerste échte date met mijn meneer. Op één of andere manier kan ik dat niet. Het setje hangt nog steeds in de kast. Het jasje dat ik er bij droeg heb ik nog steeds regelmatig aan. Tot verdriet van de mevrouw die mijn kleding regelt: het leer is – ik geef het toe – wat verkleurd en misschien zelfs afgedragen. Maar toch. Bijna elke dag zie ik deze tastbare herinneringen van een dag, een avond en een nacht (nou ja, toen had ik dat setje dus niet aan, maar dat terzijde) die uiteindelijk gevolgd zijn door honderden dagen, avonden en nachten.
Ik wil dat eerste echte afspraakje niet vergeten, de herinnering is gelukkig niet rijp om op te vouwen en een deel laten worden van al die sweet memory’s van iets dat ooit was.