De verjaardagen waar pre-brugklassers nu nog als frisse 8ste klassers rond huppelen worden vanaf deze week gedomineerd door de Cito-uitslagen. Vol trots laten ouders de 500+ puntentelling zien en weten je te melden dat Klaas, Jan, Toos of Sophie ‘gelukkig’ boven de VMBO-grens zitten.
“Gelukkig minimaal havo, daarna zien we wel.” Het ligt aan mijn humeur of ik op deze opmerkingen vlam vat: een goed humeur wil nog wel de basis zijn van een nog beter gesprek. Met een wat minder goede luim verlaat ik het speelveld. Te angstig om ‘meer kapot te maken dan me misschien lief is’. Want wat een enorme flauwekul is dit geblaat van ouders zeg! Laten we toch eens ophouden met het in de hoogte steken van elke vervolgopleiding die ‘hoger’ zou zijn als het VMBO en realistisch kijken naar de mogelijkheden van kinderen!
Een kind komt écht uit de verf als de mogelijkheden die het (van de ouders!) bij de conceptie heeft meegekregen ingezet kunnen worden én die in de loop der tijd verder – door die ouders – zijn aangesproken. Al die ouders die altijd zo fijn roepen ‘dat ze vooral willen dat hun kind gelukkig is’, moeten zich dit ook realiseren bij het bepalen van de juiste school.
De juiste school kan ook zo maar de school zijn die minder goed scoort op de ranking van welke lijstjesfetisjist dan ook. Zoals ooit een rector me de wijze les gaf ‘ik hoop vooral dat ouders zien en leerlingen merken dat we van ze houden, dat we willen zoeken naar de beste mogelijkheden voor die ene leerling. Dat ‘eruit’ kan komen wat er werkelijk inzit. Misschien zelfs met zittenblijven.’ En dat gaat verder, véél verder dan kale, koude slagingspercentages en hoge scores.
Reageren? Dat kan via Facebook: www.facebook.com/marinavanderwal
Marina van der Wal is moeder van twee zonen. In het dagelijks leven is zij opvoedkundige (al twijfelen haar zoons hier regelmatig aan).
Marina wel horen spreken? Ga dan naar de agenda voor de laatste informatie.
Deze column is eerder verschenen als column voor HD-media.