Nederland heeft op haar grondvesten geschud, vorige week zaterdag. Een collectief ‘bij ons kan dat niet’ blijkt een onrealistisch beeld op onze samenleving. Ontkennen heeft geen zin.
Nu klinken er mooie woorden als ‘samen komen we hier doorheen’ en ‘Nederland staat achter jullie, Alphen!’.
Maar waar is iedereen als ouders zich zorgen maken over een kind wat stil is, zich keurig gedraagt maar wél hulp nodig heeft? Waarom lijkt er een taboe te heersen over het openlijk bespreken van je vragen als het gaat om het opvoeden van pubers? Opmerkelijk waren de woorden van veiligheidsdeskundige Glenn Schoen in één van de eerste nieuws uitzendingen, na de catastrofe: waar is de plek waar alle zorgen en vragen om een jongere bij elkaar komen? Tussen neus en lippen door noemde hij de noodzaak dat ouders en leraren met elkaar in gesprek raken over een kind. Eens! En ik bedoel dan écht in gesprek raken met elkaar en niet volstaan met een 10 minutengesprekje waar je niet verder komt dan het sociaal verplichte handjes schudden.
Sámen komen we er door heen. Prachtig. Maar kunnen we misschien ook aandacht besteden aan ‘samen voorkomen we een volgende keer’? Door werkelijk met elkaar in gesprek te raken over onze kinderen.
Het gezond op laten groeien van kinderen en jongeren doe je als ouders niet alleen, daar heb je een gemeenschap voor nodig die bereid is om sámen zorg te dragen voor een gezond opvoedklimaat. Alleen dan maak je de mooie woorden waar: sámen komen we er dan!