Loslaten wordt regelmatig in onderzoeken onder ouders als een lastig puntje aangeven. En dan niet omdat pubers de vrijheid niet aankunnen. Welnee: ouders kunnen hun kinderen niet loslaten! Foei en schande heb ik er van gesproken. Een puber moet zich toch kunnen ontwikkelen tot een zelfstandige volwassene?
Nou dan!
De wijde wereld in!
Ontdekken!

Totdat … vorige week vrijdag. Schoolreis. Tot aan dat moment is er nog niets aan de hand. Nog nooit heb ik met tranen in mijn ogen één van mijn kinderen uit staan zwaaien. Wel nee. ‘Veel plezier, goede reis en geen bericht is goed bericht’.

Het feit dat er tussen het uitzwaaien en de plek van bestemming ‘slechts’ 1574,2 km zit, maakt dat al mijn moederkloekgevoelens opborrelen. Gedachten als ‘die weg, met die bocht waar vorig jaar bussen uit gevlogen zijn, da’s toch de afrit bij Barcelona?’ en eentje van minder zorg: ‘als zijn tentje nou eens lekt?’, schieten door mijn hoofd.
Daar komen ze: de waterlanders. Ik lach nog maar eens flink, speel wat met de honden die – op verzoek van de wereldreiziger mee zijn gegaan bij het uitzwaaien.

In de bus zit een blij zwaaiende puber 2 die alleen maar zin heeft in een busreis van ik-weet-niet-hoeveel-uur, een week met vrienden en klasgenoten en vooral: even weg bij die kloekende moeder.

Drie dagen blijft het stil; geen smsbericht, geen telefoon. Geen bericht is goed bericht blijft als mantra door mijn hoofd dreunen.

Maar, zojuist ontving ik een mailtje. De tekst is zo kort als een sms: hai mam, ik leef nog en t is leuk hier. En nog iets over regen.
Vrijdag zijn ze weer terug.