Het was een leerzame zomer, deze natste zomer sinds mensenheugenis. Terwijl de regen continue tegen de ramen aan gutste en we onze klaagzangen met een niet aflatende stroom klachten, opmerkingen en dooddoeners lieten horen, hebben we onze kinderen één ding geleerd: slecht weer betekent het einde van de wereld.
Natuurlijk, het is niet leuk als je lang verwachtte vakantie minder zon-uren telt dan verwacht. En ja, ik snap het, dat je het koud hebt als je rekent op minimaal 30 graden en het kwik haalt de 15 amper.
Maar kom op, is dit het wat we onze kinderen willen leren als het weer – en waar hébben we het dan over? – een beetje tegenzit? Zijn we zó afhankelijk geworden van een thermometer om een beetje lol te hebben?
Ik leerde deze les van een ukkie van 5 en een puber van 16. Het ukkie speelde vol overgave in een plas voor onze tent. Koud? Nat? Hij keek me oprecht verbaasd aan. Hij was zijn bootje aan het laten varen. Mooi he?
Die puber van 16 kwam met stoere verhalen over wind en regen en overwinningen. En het feest was compleet met een reuze lekkage. Hij heeft ons huis gered. En zonder veel water was dat onmogelijk geweest!