Opeens kijk je heel anders naar je handerbindertjes
Wij zijn een stiefgezin. En daar hebben we gelukkig nooit – ook voor ons zelf – een geheim van gemaakt. Geen geheim naar de buitenwereld en ook geen geheim naar ons zelf, in de zin van onrealistische verwachtingen. En dat laatste blijkt een redelijk veel voorkomend probleem dat zo’n tweederde van de nieuwe gezinnen binnen vijf jaar parten speelt: die spatten dan uit elkaar. Voor een tweede keer veel verdriet voor alle betrokkenen. Zeker voor de kinderen.
Nu zal het niet helemaal onbekend zijn dat ik knus stief met de co-auteur van het boek dat over het fenomeen stiefgezinnen is geschreven. Wat je misschien niet geloofd, is dat ik geen letter van het boek gelezen heb, tijdens het ontstaan. Later kom je er dan achter dat er zaken de revue passeren die je samen, al ruziënd, zoekend en pratend hebt ontdekt. Vooral dankzij twee kinderen die een grenzeloos vertrouwen hadden in onze verbintenis. Niet voor niets stond er op de trouwkaart ‘en ze vinden het goed!’ Kinderen die een nieuwe relatie van hun ouders zien zitten, blijken mede de basis van het slagen van die nieuwe verbintenis te zijn. Inmiddels begrijp ik dat. Als samengesteld gezin heb je ook zo je stormen en tegenwind. Kinderen die géén onderdeel zijn van welke relationele discussie dan ook, zijn een bindende factor. Dan kijk je opeens heel anders naar je handenbindertjes!
Deze column is eerder verschenen als column voor HD-media. Reageren? Dat kan via Facebook: www.facebook.com/marinavanderwal
Marina horen spreken? Op Facebook worden de data regelmatig gepubliceerd!
Meer informatie? www.marinavanderwal.nl