Nooit gedacht dat het ooit op mij van toepassing zou zijn: het lege nestsyndroom! En als je het me op de vrouw af vraagt zal ik het waarschijnlijk nog ontkennen! Hoe bedoel je ‘leeg nest’? Zo lang je kind nog gewoon thuis staat ingeschreven bij het bevolkingsregister is er niets aan de hand! En laten we wel wezen: uit huis is natuurlijk niet uit het hart… Of toch wel…

Binnenkort gaat de oudste het huis uit. Tenminste, hij gaat ‘intern’. Als co-ouderende moeder zou ik hier al ruimschoots aan gewend moeten zijn maar toch is de praktijk weerbarstiger.
Bij elk liedje op de radio dat gaat over eeuwige liefde en afscheid nemen merk ik tegenwoordig dat ik vol schiet. Vooral in de auto ben ik regelmatig ‘emotioneel incontinent’ en grijp ik tegenwoordig direct bij het starten alvast maar naar mijn zonnebril. Tijdens elk gesprek waar het naderende ‘afscheid’ ter sprake komt, merk ik dat de waterlanders stiekem omhoog kruipen. De geur van Zwitsal is ook al zo’n waterlanderkanon; boven een peuterhoofdje hoor ik mezelf die vreselijk oubollige opmerking – die niemand ooit uit mijn mond zou horen! – maken ‘het gaat zo snel geniet er maar heel erg van…’

Een kind dat zijn droom gaat volgen… Als moeder zou je er toch trots op moeten zijn. Eigenlijk zou ik hem lachend en juichend de deur uit moeten zwaaien: ‘dag hoor, veel plezier. Het gaat je vast lukken! Neem je het eerstvolgende weekend al je was mee?’ Maar toch…
Hoofdstuk negen uit het Enige Echte Eerlijke Puberopvoedboek heb ik fijn kunnen vullen met de droombaan voor zoon-lief. Omdat ik het anders zag, zijn droombaan. En zo heeft hij in het, naar eigen zeggen, ongelukkigste jaar van zijn leven echt zijn best gedaan om mijn persoonlijke Moskowitz te worden. Of Kuiper, misschien zou ik daar tegenwoordig voor kiezen.
Toen rechten geen echte hit bleek werd het ‘communicatie’, leek me ook zo’n geschikte baan voor de puber die niet goed wist wat hij – naast zijn droombaan – zou moeten worden…
En zo werd een tweede ‘ongelukkigste jaar van zijn leven’ aan zijn ervaring toegevoegd.
Als ouders heb je zo je dromen voor je kinderen. En blijft het uitkijken dat het geen ’tweedehands dromen’ zijn, waar ze eigenlijk jouw wensen en verlangens gaan invullen.
Het gezegde zegt zo treffend ‘het bloed kruipt waar het niet gaan kan’. Ik had het dus kunnen weten. Mijn zoon gaat de droom, die hij al sinds zijn twaalfde heeft, waarmaken. Hij wordt marinier.
En ik? Ik ben trots. Apetrots!

Maar toch, weg is dadelijk de puberkamer waar het altijd een puinhoop is. Nooit meer mopperend struikelen over slingerende gewichten, ’t shirts en schoenen…
Nooit meer een weerbarstige puber die liever een game uitspeelt dan de tafel even te dekken. Geen gedoe meer over ‘op tijd thuis zijn’, geen opgestapelde afwas bovenop de afwasmachine, geen vrienden meer over de vloer die de koelkast plunderen. Geen bergen schone was meer in de wasmand omdat die slaapkamer eventjes opgeruimd moest worden…

Dus: vergeet je het niet? Te genieten van élke periode uit jullie leven met elkaar?
Want weet je… het gaat zo snel!