Opvoeden is eigenlijk precies hetzelfde als de groei van een parel: heel veel irritatie maar uiteindelijk zie je dan een pracht van een juweel.
Ik bedoel maar: uit de ene kamer komt boengie-boengie-muziek, uit de andere kamer het geluid van snerpende gitaren en in de derde kamer lijkt het zo stil dat ik even aan de peutertijd van mijn jongste moet denken: de stilte bleek inspirerend genoeg voor een muurschildering met mijn nagellak…
Eigenlijk verandert er niets en blijft opvoeden een soort van schipperen tussen hoge toppen met de momenten dat je trots en blij en héél gelukkig bent en de diepe dalen waarin je alleen nog maar zuchtend kunt vragen ‘hoe lang gaat dit nog duren?’
Het opvoeden en opgroeien van kinderen is eigenlijk precies hetzelfde als de groei van een parel: is het bij een oester het binnendringen van ‘vreemde voorwerpen’ die er voor zorgen dat zich een parel ontwikkelt, als ouders kun je soms verbijsterd toekijken hoe het gedrag van je kind verandert in de puberteit. Sterker nog: het kan je flink kwetsen als jouw puber je eens haarfijn verteld hoe hij of zij denkt over jou als opvoeder. En dan dat gedrag… De grenzen die verlegd worden, de stompzinnige acties, de zorgen die je je soms maakt, de harde woorden die ze naar je hoofd slingeren… Als je dat gedrag een beetje vergelijkt met het ontstaan van een parel dan weet je meteen weer dat er hoop is: de kans dat er een parel groeit op een plek waar ooit een verwonding was in de oester, is eigenlijk best groot. Laat ze dus maar happen en grommen, die pubers van ons!
De vraag is alleen: hoe kun je die periode van wrijving een beetje lekker laten verlopen met zo min mogelijk gedoe en emotionele kleerscheuren? Als het al niet voor jou is, dan in ieder geval voor dat schatje van je. En is het eigenlijk heel erg, dat je je zo mateloos kunt irriteren?
Irritatie is een mooi signaal: nu is het klaar
Heeft irritatie een doel?
‘Ja!’, zeg ik dan: op het moment dat je je gaat irriteren aan bijvoorbeeld het gedrag van je puber weet je meteen dat er een grens is bereikt. Het meest handig is dan om meteen aktie te ondernemen en onderhuidse irritatie niet zo op te laten lopen dat het uiteindelijk alleen maar met een een doffe dreun tot uitbarsting kan komen. Direct ingrijpen dus.
Deze constructieve manier van omgaan met je eigen irritatie heeft nog een voordeel: je blijft zelf een stuk blijer als je oplossingsgericht met je puber naar ander gedrag zoekt in plaats van ander gedrag af te dwingen vanuit je eigen irritatie. Uiteindelijk dus een win-win!
En dan nu de praktijk!
Benoem het gedrag waar je je aan irriteert.
Jij en ik weten dat het kind-zelf, je weet wel, die puber die hangend op z’n schouderbladen weinig meer doet dan een beetje gamen op de bank, nooit hoeft te twijfelen aan jouw liefde. Zelfs als er sprake is van overmatig irritant gedrag. Door alleen het gedrag te benoemen waar je je aan ergert is daarom ook zo belangrijk: je koppelt het kind los van zijn of haar gedrag.
Een voorbeeld:
Jij doet de hele dag ook niets anders dan hangen op de bank!
of: ik merk dat ik er moeite mee heb als je zo weinig onderneemt op een dag, heb je een alternatief voor hangen op de bank?
Dikke kans dat er als antwoord komt: hangen op mijn kamer? Dat is een optie! Maar jij hebt hier natuurlijk al langer over nagedacht en je hebt een plan. Want: kritiek op het gedrag van je kind hebben, dat is natuurlijk ok., zolang je je beseft dat zelfs een puber zo af en toe een steuntje in de rug nodig heeft bij het vinden van een alternatief.
Deze constructieve manier van omgaan met je eigen irritatie heeft nog een voordeel: je blijft zelf een stuk blijer als je oplossingsgericht met je puber naar ander gedrag zoekt in plaats van ander gedrag af te dwingen vanuit je eigen irritatie. Uiteindelijk dus een win-win!
Nog even terug naar die parel; zo’n oester blijkt haar Grote Schat niet zonder slag of stoot af te geven; er komt redelijk wat kracht aan te pas om het kleinood aan de schelp te ontfutselen…