Mamma’s pappot
Van mij had er best een vleugje meer ‘mamma’s pappot’ in mogen zitten. Twee zoons die een eigenzinnige beroepskeuze doen: de één bij defensie, de ander droomt van verre landen. Elke keer als er weer afscheid genomen moet worden huil ik dikke tranen met tuiten. Deze keer maakt de jongste het wel heel erg bont: er worden plannen beraamd om een jaar (12 maanden!) naar Nieuw Zeeland af te reizen. Ik zie mezelf over 5 jaar al bij Robert ten Brink op de bank zitten voor ‘love is in the air’…[/vc_column_text][vc_column_text]‘Eigenlijk heb ik alleen maar naar pabo’s gekeken. Omdat ik dacht dat ik het zeker wist, dat ik meester wilde worden op een basisschool.’ Onderuitgezakt op de bank praat hij voorzichtig voor zich uit. De twijfels over zijn keuze maar vooral het twijfelen aan zichzelf wat deze ‘verkeerde’ keuze oplevert, raken me. Waar is de enthousiaste vent gebleven die zonder ook maar een seconde te mopperen twee weken extra op cursus ging om alle toelatingstoetsen voor de pabo te halen? Dat is misschien voor een doorsnee stuudje voorspelbaar gedrag maar niet voor de mijne, die zijn hele middelbare schoolperiode als extra bijvak ‘hoe spijbel je zonder dat iemand het merkt?’ had. Hij is voor dit extra vak trouwens met een fikse voldoende geslaagd.
Wie ben ik? En hoe kom ik daar achter?
Opeens snap ik al die ouders die volledig begrip hebben voor een kind die van studierichting wil veranderen. Het gaat helemaal niet over verwend zijn en geen doorzettingsvermogen hebben. Waar het wel over gaat? Over levensvragen: wie ben ik, wat wil ik met mijn leven en hoe kom ik daar in vredesnaam achter?
Heel voorzichtig wordt een tussenjaar geopperd. Een periode iets anders doen dan leren, stage lopen en werken voor geld. Ik vind het prima met één eis: je P wordt wél gehaald. Dat is even doorzetten maar dan is dit gedeelte van de studie wel echt afgerond. En het tussenjaar moet, op advies van een coach, gericht zijn op ‘de richting die hij ongeveer op wil’. Wat betekent dat het wel ‘iets met jeugd en ontwikkeling te maken moet hebben.
Uren wordt er naar een beeldscherm gestaard. Vrijwilligersprojecten wisselen elkaar in snel tempo af. De bijbehorende kosten (‘je komt leuk bij ons werken, je krijgt veel verantwoordelijkheid én je betaald je eigen eten en huisvesting’) variëren enorm. En elke keer is het het nét niet.