Behalve het feit dat je alleen al voor schoenen en winterjassen een aparte kinderheffing zou willen ontvangen, kost het ook bákken met tijd, die wintergarderobe.
Eerste winkel: ja, nou… nee – toch maar – niet – of toch – nou – nee – dus – wel. Er is een broek gescoord. Na lang dralen.
De winterjas wordt een makkie: di is weken geleden al gespot!
Winterjas lang, oh nee, dat heet een jack, of nee, toch omgekeerd, dat is een kórte jas. Te kort ook, volgens deze moeder.
Ondanks het feit dat Puber1 zich zeer stoer en zelfverzekerd voelt, als een opgepompt michelinmannetje is het antwoord: nee!
Heel ouderwets, maar in de winter hoort minimaal je rug een beetje warm te blijven. Vooral als je bukt en ook als je voorovergebogen op je fietsstuur hangt. En die ouderwetse behoefte aan warmte – die dan ook meteen ozo gezond is – haalt een streep door de rekening. Geen jack.
Maar Puber1 is niet voor één gaat te vangen: er wordt een ander exemplaar aangerukt. En daar staat Puber1: net zo stoer als daarnet, net zo zelfverzekerd, iets minder opgepomt.
Kosten? mwah. Daar denk ik liever niet meer aan …
Zeker niet na het zien van het tevreden gezicht van deze ras-manipulator:
‘Dank je mam, voor deze nieuwe jas! Ik ben erg blij mee. Ik had ook nooit gedacht dat je het goed zou vinden!’.
Ach, glimlachend verlaten we samen de winkel.