Vaak hebben mensen het niet eens in de gaten, dat ze je met een goedbedoelde opmerking opzadelen met wéér een portie kritiek. En wat we te vaak vergeten is dat kritiek niet verdwijnt na een nachtje slapen: kritiek blijft je je hele leven achtervolgen.
Kritiek begint vaak met handige tips
We hebben allemaal onze eigen ideeën en meningen over opvoeden. In de wereld van opvoeden worden ouders vaak geconfronteerd met een overvloed aan meningen en adviezen. Voor sommige ouders gaat deze strijd verder dan alleen goedbedoelde suggesties; het begint als een kabbelend beekje met ‘handige tips’ om uiteindelijk te eindigen als een constante stroom van kritiek die de fundamenten van je zelfvertrouwen ondermijnt.
Anne*, moeder van Tim* klopt bij ons aan omdat ze ‘het niet meer weet’. Ze is doorgestuurd door de mentor van school. Hij denkt dat ‘ze bij ons veel kan leren hoe Tim beter aangepakt kan worden’. Spoiler alert: dat liep even anders 😉
Anne’s zorgen begonnen lang voordat Tim naar de middelbare school ging. Al op de basisschool had Tim regelmatig ‘geen zin’ om naar school te gaan. Het ‘geen zin hebben’ werd al snel ‘buikpijn’ om thuis te mogen blijven. Anne snapte er niets van: haar vrolijke peuter die zó blij was dat hij eindelijk naar ‘de grote school mocht’ werd langzaam maar zeker een schim van zijn optimistische-zelf. Pas in groep vijf valt bij haar het kwartje: iedere dag krijgt Tim van zijn juf een lijstje met ‘aandachtspunten’ mee naar huis. Tim is te druk in de klas en zijn ouders moeten hem leren stil te zitten. Hij droomt ook te veel en het verzoek van de juf is om hem te leren ‘zich te focussen’. Tim moet ook leren om minder te wiebelen op zijn stoel, niet voor zijn beurt te praten in het kringgesprek en… en… en…
Nergens veilig
De kritiek van de juf in groep 5 blijkt de basis te zijn van schooljaren die zijn gevuld met opmerkingen over zijn gedrag: Tim doet niet zijn best, is te veel aan het dagdromen, hij is te druk, te stil, te praatgraag. En het zijn niet alleen de juffen en meesters die kritiek uiten: ook zijn klasgenootjes sluiten snel aan met opmerkingen als ‘Tim-moet-zijn-mond-houden’. Deze voortdurende stroom van negativiteit begon een zware tol te eisen, waardoor Tim een slecht zelfbeeld ontwikkelde en te weinig zelfvertrouwen kreeg. Het klaslokaal, bedoeld als een plek van groei en ontwikkeling, werd voor hem een plek van angst en negativiteit.
Anne realiseert zich dat Tim het ook thuis ‘zwaar te verduren heeft gehad’; met alle kritiek over zijn gedrag hebben zij en zijn vader er regelmatig nog een schepje bovenop gedaan. Niet alleen na de briefjes van school maar ook in het dagelijks leven. “Nog voor Tim ’s ochtends naar school was hadden we de eerste ruzies met hem gehad. Over op tijd opstaan, de handdoeken die rondslingerden in de badkamer, zijn schooltas die niet ingepakt was, de troep in zijn slaapkamer, de puinhoop die hij in de keuken achterliet met het smeren van zijn brood…”
Kritiek blijft je je hele leven achtervolgen
Tim’s verhaal illustreert de impact van langdurige kritiek op kinderen. In iedere lezing vertel ik het weer: kinderen horen tot hun 12de jaar ongeveer 400 duizend (!!) keer ‘dat ze niet aan onze verwachtingen voldoen’. Gemiddeld 400 duizend keer horen dat je ‘het al weer niet goed gedaan hebt!’, ga er maar aanstaan. Voor kinderen die niet aan de verwachtingen van ons volwassenen voldoen, kinderen die ADHD (zouden) hebben, komen er bovenop die vierhonderdduizend nog eens 10 duizend negatieve opmerkingen bij.
De woorden die werden uitgesproken door leraren en klasgenoten achtervolgen Tim nog steeds. Het beïnvloedt niet alleen zijn schoolprestaties, maar ook zijn vermogen om zichzelf als waardevol te zien. Hij werd somber en ging zich gedragen naar de verwachtingen van de mensen om hem heen: hij deed niets meer op school, hing de hele dag boven z’n beeldschermpje, spijbelde en had een grote mond tegen zijn ouders en de docenten als die hem hier op aanspraken.
Met dit verhaal start Anne bij binnenkomst. Ze huilt om het verdriet en het onvermogen dat ze bij haar kind ziet. En ze huilt om het gevoel ‘dat ze het ook nooit goed doet’ voor zichzelf; de voortdurende stroom van oordelen heeft ook haar zelfvertrouwen aangetast en haar onzekerheid vergroot.
We gaan samen aan de slag
In onze gesprekken benadruk ik het belang van zelfzorg voor Anne. Het is van cruciaal belang dat ze niet alleen de behoeften van Tim in in het oog houdt, maar ook haar eigen emotionele welzijn prioriteit geeft. Zelfzorg is geen teken van egoïsme, maar juist een essentieel onderdeel van effectief ouderschap. Anne begint langzaam maar zeker in te zien dat haar eigen welzijn van invloed is op het vermogen om Tim te ondersteunen.
Samen werken we aan het opbouwen van een positieve omgeving thuis. Anne leert hoe ze de communicatie met Tim kan verbeteren, hem kan aanmoedigen zonder druk uit te oefenen en een sfeer van begrip en acceptatie kan creëren. Het is een langzaam proces, maar er zijn kleine tekenen van vooruitgang. Tim’s vader sluit aan en al snel begint Tim te beseffen dat hij niet alleen is en dat zijn ouders er zijn om hem te ondersteunen, ongeacht de uitdagingen waarmee hij wordt geconfronteerd.
Superpower; leer omgaan met de chaos om je talenten ruim baan te geven
De ondertitel van dit boek dekt de lading (van de inhoud) precies: Francien legt ADHD-ers (en de mensen in hun omgeving) op een vrolijke, optimistische wijze uit hoe je met jezelf omgaat als ADHD-er. Iedere bladzijde is doorspekt met zelfspot én oplossingen en tips hoe je zaken nét iets handiger aanpakt dan Francien dit zelf doet of deed. Je leert ‘succesvol dealen met ADHD’ van de opper ADHD-er die je meteen laat ervaren dat ADHD niet alleen een probleem is maar ook jouw persoonlijke superpower. En die boodschap blijft hangen: leer omgaan met de chaos om je talenten ruim baan te geven.
(En tussendoor krijg je ook dé tip om (achteraf) een deal met DUO te sluiten voor een lagere studieschuld na de diagnose ADHD – de aanschaf van dit boek heb je er zo uit!)
* De namen van Anne en Tim zijn natuurlijk niet hun echte namen; dit blog is geschreven met toestemming